Oogziekten bij de Spaanse Waterhond
Oogziekten komen bij
alle diersoorten voor. Zij kunnen ontstaan door trauma (een ongeluk oid),
infectie, maar ook door erfelijke factoren. Dit laatste kan binnen de
(ras)hondenfokkerij tot problemen leiden.
Een oogspecialist voert een zogenoemd E.C.V.O. onderzoek uit. De bevindingen
genoteerd op een speciaal door de European College of Veterinary
Ophthalmologists (E.C.V.O.) ontworpen "rapport oogonderzoek". De uitslag wordt
internationaal erkend. Voor dit onderzoek wordt er gebruik gemaakt van
verschillende oogheelkundige instrumenten. Met een speciale microscoop en een ophthalmoscoop (oogspiegel) kan het oog grondig geīnspecteerd worden.
Er zijn verschillende
oogziekten die kunnen voorkomen, erfelijk of niet erfelijk.
Bij de Spaanse Waterhond zijn enkele gevallen van RD (RetinaDysplasie) en PRA
(Progressieve Retina Atrofie) bekend.
Hieronder volgt een beschrijving van enkele bekende oogziekten:
Retinadysplasie:
plooien in het netvlies.
Dit is bij jonge pups reeds zichtbaar. In sommige gevallen verdwijnen de
plooien na enige tijd weer. Soms wordt hierom na enige tijd een nieuwe test
gedaan. Echter als bij een pup de plooien gezien zijn, zal dit dier nooit meer
de status RD-vrij krijgen via E.C.V.O.
Progressieve Retina Atrofie:
PRA. Een erfelijke afwijking waarbij het netvlies in de loop van de tijd
verdwijnt.
Begint met nachtblindheid en leidt tot volledige blindheid. Meestal een
recessieve aandoening hetgeen wil zeggen, dat de lijder de afwijking van beide
ouders heeft meegekregen.
Bij de Spaanse Waterhond is vanaf ongeveer 2 jaar te zien of de dieren lijden
aan PRA. Ook is er voor enkele rassen, waaronder de Spaanse Waterhond, een DNA
test mogelijk. Deze Optigen test is echter alleen volledig betrouwbaar als het
gaat om PRA-vrije dieren.
Voor meer informatie over PRA en de Optigentest klik HIER.
Entropion: het naar binnen krullen van de ooglidrand. Kan alleen de onderooglidrand zijn, maar ook de bovenooglidrand kan naar binnen gekruld zijn. Is per definitie een erfelijke afwijking.
Ectropion: het naar buiten krullen van de (onder)ooglidrand.
Trichiasis:
door een abnormale stand van haren, die zich op een normale plaats bevinden,
wordt het hoornvlies geīrriteerd.
Voorbeeld: neusplooi bij de Pekingees en de huidplooien bij de Shar Pei.
Distichiasis:
enkele of meerdere haren die in de ooglidrand groeien.
Komt veel bij de Flatcoated Retriever, Cocker Spaniël, Sheltie en Collie
voor.
Zonder microscoop vaak nauwelijks zichtbaar!
Glaucoom: verhoogde druk in het oog. Kan berusten op een erfelijke afwijking, maar hoeft dat niet te zijn. Voor het gezichtsvermogen een zeer ernstige bedreiging.
Cataract: elke abnormale troebeling van de lens. Komt bij veel rassen als een erfelijke afwijking voor.
Dermoīd: stukje huid op het hoorn- en of bind-vlies. Is onder de microscoop goed te verwijderen.